Emissiereductie speelt al zolang ik in de sector werk. Toen ik begin jaren 90 begon in deze sector ging het vooral over de ammoniakreductie. Het vraagstuk rondom fijnstof kwam eind jaren 90 opzetten en zakte daarna weer weg. Door de massale overstap op vrije uitloop- en scharrelkippen is het onderwerp echter belangrijker dan ooit en heeft de pluimveesector weer een nieuwe uitdaging.
Ik ben vanaf een vroeg stadium betrokken bij de oprichting van PEV vanwege mijn kennis op het gebied van huisvesting van pluimvee en het terugdringen van emissies. Vanuit Wageningen Lifestock Research ondersteunen wij het platform met onze kennis en expertise. Wij vinden het belangrijk dat er nu eindelijk een kennisplatform komt op het gebied van emissiereductie voor veehouders.
Er is het kennisplatform Veehouderij en Gezondheid dat zich richt op vergunningsverleners en burgers, maar tot voor kort was er geen enkel onafhankelijk platform waar veehouders terechtkonden met hun vraagstukken op het gebied van emissiereductie. Geen onafhankelijk advies op het gebied van ammoniak, geur of fijnstofreductie. Het Praktijkcentrum Emissiereductie Veehouderij brengt daar verandering in en dat is heel belangrijk.
Ik heb dan een adviserende rol op het gebied van beoordelingen voor aangedragen technieken, opstellen van procedurelijsten en het inbrengen van kennis op basis van literatuur en eerder gebruikte technieken. In de beoordeling van de technieken staat een vraag voor mij centraal: wat is het werkingsprincipe om fijnstof te reduceren? Dat moet heel duidelijk uitgelegd zijn voordat ik een positief advies geef. In die vraag moet duidelijk worden wat de meetmethode is en wat de kennis van huisvesting en fijnstof is.
In de uitvoering hebben wij een kleinere rol. Wij leveren de apparatuur en instrueren docenten en studenten van Aeres Hogeschool over het gebruik ervan. Het doel is dat de metingen uiteindelijk bijdragen aan de emissiereductie.
Het projectteam heeft nu bepaald welke technieken worden gekozen en dan helpen wij ook bij het zoeken naar stallen waar je ze kunt testen. Heel praktisch voorbeeld, soms zit een ventilatiesysteem zo lastig verwerkt in de stal, dat je niet met goed fatsoen de uitgaande luchtstroom kunt meten. De stallen die wel geschikt zijn, die krijgen nu testen met technieken door een wetenschappelijk instituut uitgevoerd op wetenschappelijke basis. De resultaten kunnen dan ook onderling worden vergeleken.
Voor de pluimveesector is het heel belangrijk dat dit gebeurt. Die worden opgezadeld met een probleem dat fijnstof ineens een gevaar is voor de volksgezondheid. Nog niet alles is daarvan bekend, maar de politiek eist oplossingen. Haalbare en betaalbare oplossingen kunnen nu worden gezocht door middel van dit praktijkcentrum.
Het is uiteindelijk het streven om een stalsysteem te ontwerpen met nul emissie. Er zijn dure technieken beschikbaar waarmee je dat zou kunnen doen, denk aan technieken die in de ruimtevaart worden toegepast om schone lucht te houden. Het gaat echter om grote hoeveelheden lucht die je moet filteren en de pluimveehouderijen werken niet met dezelfde budgetten als NASA…
Hilko Ellen is DLO HBO onderzoeker aan de Wageningen Livestock Research, onderdeel Veehouderij & Omgeving.